.

.

.

.

dinsdag 25 augustus 2015

Dagboek deel 091 Opgeven? Of juist niet...?!


Maandag, 04-08-2009

En daar zit ik dan..
Eigenlijk zou ik wat moeten schrijven, maar ik weet niet goed wat.
Nou ja...eigenlijk weet ik het wel, maar ik weet niet goed, waar te beginnen. Het is dan ook al weer een poosje geleden dat ik voor het laatst een flink stuk van me af geschreven heb en bij het nu volgende stuk vraag ik me toch een beetje af, of ik dit wel moet opschrijven.
Maar ach, wat kan mij het ook schelen! Tenslotte gaat het hier over mij en mijn ervaringen, of die nu goed zijn of slecht..

Ik had al verteld dat het nog even zou duren, maar nu moet het er maar weer eens van komen.
Laat ik maar eens beginnen bij het vorige weekend van 2 augustus. Mijn zwager werd 65 en dat moest groots gevierd worden! Alles heeft m’n zus uit de kast getrokken: van de in Noord-Holland bekende “Bertje-Doperwtje” tot een heuse silhouet-knipster in 17e-eeuwse kledij. Een mobiele bar-tap-installatie en een enorme barbeque. Jaja...als mijn zus de dingen regelt, kómt er ook wat!! Uiteraard hebben we de tijd van ons leven gehad, van ‘s middags een uur of vier tot een uurtje of half vier in de nacht...(ahum...) Maar goed, later zal ik hier misschien wat meer over uitwijden..

Toen ik tegen half vier eenmaal in bed lag begon het: één en al jeuk. Gedurende de hele dag had ik er al last van, maar nu werd het echt ondragelijk.
Op een bepaald moment was de jeuk zo hevig, dat ik me totaal geen raad meer wist. Opeens schoot het me tebinnen dat ik nog een “bbq-vork-en-mesje in m’n borstzakje had en met dat mesje heb ik me even lekker op de rug gekrabd. Zonder het te beseffen krabde ik m’n hele rug open, tot die aanvoelde en eruit zag alsof ik zweepslagen had gehad.
Mijn vrouw, die inmiddels wakker was geworden, pakte midden in de nacht heel zachtjes een natte handdoek en depte daarmee mijn rug, terwijl ik op m’n buik lag.
Gek wordend van de jeuk zat ik later een poos tegen haar aan en ze pakte m’n handen vast, zodat ik niet kon krabben.
Van m’n voetzolen tot m’n kruin, alles jeukte! Mensen zeggen wel eens: “Je kunt beter pijn hebben, dan jeuk.”, en zo ís het ook! Het maakt je werkelijk krankzinnig! Je kunt niets meer, je ziet niets meer en alles doet pijn en jeukt tegelijk. Het uiteindelijke gevolg is in lichamelijke zin, dat je er uitziet als één grote wandelende sneeuwbui van alle huidschilfertjes, van boven tot onder bedekt met jeukende en pijnlijke wonden.

Het moge duidelijk zijn, dat dit bepaald ook iets met je persoonlijkheid doet. Je gaat je anders gedragen, je gaat je anders vóélen. En misschien zelfs anders denken..

Nou ben ik altijd prima in staat geweest om goed en kritisch naar mezelf te kijken.
Waarom doe ik bepaalde dingen en wat doet dat met mij? Waarom bid ik en hoe? Waarom ben ik, of voel ik, zoals ik ben of voel? Waar komen de diverse karaktertrekken vandaan en kan ik iets aan de minder leuke trekjes veranderen? En zoja: hoe?
Bij twee van die trekjes wil ik even stilstaan.
Ik ben van nature tamelijk ongedurig (zie mijn “engelengeduld”) en heb altijd wel in lichte of wat grotere mate last van enige nervositeit. Daar komt bij dat ik toch ook best wel stressgevoelig ben. Dat is de afgelopen decennia niet meer te zien geweest aan mijn huid, maar zeker de laatste maanden des temeer!
Hoe komt dat? Waar komt dat vandaan? Wat is er veranderd?
Tsja...dát is wel duidelijk:
Ik ben getrouwd. Dát is er veranderd!
Altijd heb ik alleen gewoond en geleefd. Nooit heb ik rekening hoeven houden met iemand. Als ik ‘s avonds thuiskwam, was er niemand om mij heen. Best lekker, hoor en ik ben daar ook altijd best heel gelukkig in geweest. Ik kon me heerlijk afsluiten van de buitenwereld, alleen, in mijn eigen coconnetje, een pilsje en sigaretje erbij en...schrijven maar! Zonder iets of iemand om me heen, met de tijd aan mezelf vlogen de woorden als vanzelf op papier. En als ik geen zin meer had en er was niets op tv? Ach..dan ging ik toch even lekker naar m’n stamkroegje? Niemand, die er iets van zei, niemand die het vervelend vond. En nu? Tsja.. nu is een heel ander verhaal. Mijn vrouw is opgevoed en opgegroeid in een kleine, niet streng maar traditioneel-gelovige gemeenschap. De kerk waar ze altijd naartoe ging wordt ook wel de “ranja-kerk” genoemd, omdat ook tijdens de avondmaalviering geen alcoholhoudende wijn geschonken werd. Opzich niets mis mee, maar het laat al wel een heel klein beetje zien hoe men tegenover alcohol staat. Niet veroordelend, maar wèl afstandelijk en vaak afwijzend.
Nietemin drinkt mijn vrouw ook wel eens een glaasje maar dat is incidenteel. Dat is wel even iets anders dan een bierliefhebber, die jarenlang zelf bier gebrouwen heeft, kookt met bier, leest over bier en..inderdaad: als hoofddrankje een pilsje drinkt inplaats van fris.
Het zal wel duidelijk zijn dat mijn vrouw al gauw vond, dat ik veel te veel dronk en dus moest daar verandering in komen, zo vond ze eigenlijk. En ja..omdat ik erg veel van haar hou wilde ik daar best enigszins aan tegemoet komen, maar zeg nou zelf: als je opgegroeid bent in een bijna “alcoholloze” omgeving is elk pilsje al gauw “teveel”. Het resultaat is, dat ik ‘s middags rond een uur of vijf zin heb in een pilsje, maar hem niet pak want “..misschien vindt ze dat bezwaarlijk..”
Zelfs al vindt ze daar níéts van..ik dènk het toch en dat veroorzaakt op den duur wat wrevel bij mij. Ik ga wat minder goed in m’n vel zitten. Langzaam maar zeker voel ik mezelf wat ongeduriger worden en wat nerveuzer.
Let op: dat heeft NIETS met verslaving te maken, maar met het feit dat ik iets laat, wat ik helemaal niet WIL laten, omdat er niets mis mee is! Ik laat het, uit liefde voor iemand en niet omdat het “fout” zou zijn!

Verslaving is iets anders:
Mijn roken!
Iedereen die mij leest, weet inmiddels wel van mijn jarenlange strijd met die sigaret. Al jarenlang verlies ik die strijd ook struktureel. Veel mensen die geloven, zeggen: “Dan bid je niet voldoende.”, of: “Is je geloof wel groot genoeg?” en meer van dat soort dingen. Ik vind dat tamelijk veroordelend! Worstelde Paulus niet ook met één bepaalde zonde? En hoevaak bad hij er wel niet voor? Op één dag zelfs drie keer na elkaar (!) en wat antwoordde God toen? “..Laat Mijn genade u genoeg zijn!” Da’s fijn..maar brengt dat een einde aan de worsteling? Dacht het niet!
Zo ook bij mij. de worsteling bleef, jaar in jaar uit en telkens opnieuw rookte ik toch weer. Op een bepaald moment kwam ik voor mezelf tot de conclusie dat het misschien toch helemaal niet zo heel erg was om zo nu en dan te roken. Want...ondanks dat het om een verslaving gaat, is het wèl een rustgevende verslaving! En dát is iets, wat ík in mijn nervositeit èrg goed kan gebruiken!! Het maakt me rustiger. Is dat een excuus? Nee, want ik geef wel degelijk toe dat het een verslaving is!


Maar ja.. toen kwam mijn vrouw om de hoek kijken.
Ik had op CM in mijn profiel gezet “niet rokend” en daar filterde zij de kandidaten op. Zelf dacht ik: “Als ik maar eenmaal een partner heb die ook niet rookt, zal het wel lukken..” En toen we elkaar ontmoet hadden, beloofde ik haar om uit alle macht te proberen te stoppen met roken. Samen bidden en er aan werken...dan zou het wel lukken.
Nou, niet echt! Inplaats daarvan krab ik in mijn nervositeit mezelf helemaal aan flarden. Ik wordt gek van de jeuk, kan zolangzamerhand niets meer hebben en ga nog maar mondjesmaat de deur uit. Heel af en toe ‘s avonds even naar de overkant, naar mijn oude stamcafeetje. Daar binnen is het halfdonker en dan vallen mijn handen, armen en gezicht niet zo heel erg op en dan ben ik er toch nog even uit. En ja..dan rook ik ook.
En weet je? Ik vind het heerlijk!! Het is alsof ik me rustiger vóél worden, zodra ik een sigaretje rook. Alweer: excuus? Niks excuus!! Ik heb geen excuusjes nodig!
Nogmaals: van nature ben ik al enigszins nerveus en allesbehalve stressbestendig. Een ervenisje uit m’n jeugd, zullen we maar zeggen...
Het uiteindelijke resultaat?
Ik rook. Af en toe, maar toch. En voel ik me er schuldig onder? In het begin wel, maar op die bewuste zondagochtend, daar in Alkmaar, hebben m’n vrouw en ik er nog eens uitvoerig over gepraat en ze begrijpt het. Ze is het er niet mee eens en het doet haar verdriet, maar ze begrijpt het. En dat is een belangrijk goed!! Natuurlijk zei ze: “Het maakt mij niet uit hoe je eruit ziet.”, maar laten we eerlijk zijn: als je er ècht niet uitziet en onder de wondjes zit en in constante jeuk en pijn verkeert, maakt het niet uit wat iemand zegt, zelfs niet als die iemand heel dicht bij je staat en die woorden ook werkelijk meent. Het is juist dátgene wat het met jóú doet, dat belangrijk is. Jíj voelt je ‘vies’ en dus ‘ben’ je dat ook. Jíj voelt dat de mensen naar je kijken en ook al beweert een ander het tegendel: jij weet beter. Je VOELT het gewoon en als je erop gaat letten, zie je dat je gevoel je echt niet bedriegt...
Maar goed, ik rook dus af en toe. En hoewel het resultaat nog niet direct zichtbaar is, doet het al wel heel veel met mij. Zo ervaar ik eindelijk weer die rust, die ik altijd voelde als ik schreef.
En naar mijn vrouw toe voel ik weer die rust, die mij in staat stelt om haar ook in fisieke zin lief te hebben; iets waar iedere partner natuurlijk naar verlangt en laten we eerlijk zijn: dat is voor verreweg de meesten van ons, mensen, een belangrijk goed.

Sexualiteit
Voor zowel mijn vrouw als voor mij was sexualiteit altijd de “ver-van-mijn-bed-show”.
Toen we elkaar stukje bij beetje leerden kennen, leerden we ook om naar elkaar te verlangen. Dat ging eigenlijk vanzelf, al bewaarden we wèl enige reserve en terughoudendheid. Maar laten we eerlijk zijn: of je nu 16 bent of 46, in beide gevallen geldt dat er sprake is van een ontdekkingsreis.  In eerste instantie een ‘ontdekkingsreis’ naar je eigen gevoelens en vervolgens naar die van de ander. En ja: dan komt er langzamerhand tóch een zeker verlangen naar meer...
Ons beider geloofsovertuiging weerhield ons ervan om ‘verder’ te gaan. Tot hier en niet verder.
En na ons trouwen? Tsja, toen was het hek van de dam! Opeens ‘mochten’ we álles en het zal de lezer dan ook niet verbazen, dat we daar dan ook dankbaar gebruik van hebben gemaakt..
Maar dan komt het:

Na zovele jaren alleen te zijn geweest, moest ik me wenden naar de wensen van een partner. Opzich geen probleem, zou je zeggen. Maar als je niet beter weet dan alleen te zijn, weet je niet wat het is, om de hele dag iemand om je heen te hebben. En al helemaal iemand, die zó fel tegen roken is. “Ach...dat ga ik wel redden..”, hield ik mezelf voor.
Maar niet dus..
Inplaats daarvan voelde ik me steeds ongemakkelijker in m’n eigen huis. Ik stelde ‘het peukje’ zolang mogelijk uit, maar dat had wèl een nervositeit tot gevolg die z’n weerga niet kent! In no-time zag ik eruit als Quasimodo en laten we eerlijk zijn: dat is geen apetijtelijk gezicht. Primair vind je dat zelf, maar je partner vindt dat natúúrlijk ook, al zegt die dat niet want ze houdt van je: “Haar maakt het niet uit, hoe je eruit ziet..”
Maar het resultaat is wèl dat je zelf geen lust meer hebt om de ander te behagen. “Je ziet er immers niet uit, daar kan de ander nooit vreugde aan beleven..”

Maar nu rook ik af en toe.
Natuurlijk is de jeuk niet als donderslag bij heldere hemel verdwenen. Maar de jeuk die ik nu voel, is jeuk van wonden die genezen. En natuurlijk is er ook de inmiddels bijna ‘vanzelfsprekende jeuk uit nervositeit, maar die is bijna te verwaarlozen.
Wat overblijft, is het hernieuwde verlangen om diegene lief te hebben, die zóveel van me houdt dat ze in staat is om door die wonden heen te kijken....
Wat hier alleen maar op kan volgen?
Dankbaarheid.
Niets minder dan dat...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten