.

.

.

.

maandag 24 augustus 2015

Dagboek deel 050 Don Camillo en gewoonte

zondag, 09-03-2008

En daar zit ik dan.
Niet goed wetend waar ik over moet schrijven.
Er gaat van alles door mijn hoofd, maar er komt niet echt iets uit. Het is een beetje een warboel in die bovenkamer. Niet dat ik me slecht voel ofzo, maar helemaal goed is het ook niet. Er is niets aan de hand en toch zit ik al weekje of twee met een beetje een onbestemd gevoel..
Nou ja, laat ik maar eens beginnen bij gisteravond. Ergens in de buurt van 19:00 uur ben ik naar Johan gegaan. Ik had ‘s middags een grote pan gemaakt met een soort bonenschotel en daar heb ik een bakje van meegenomen naar hem. Toen ik net binnen was, kwam Marijke ook met haar hondje Boris en samen hebben we gekeken naar de eerste twee films van Don Camillo.
Nou weet ik niet, hoeveel mensen deze figuur nog kennen, dus hier even een korte uitleg:
Don Camillo is een pastoor in een klein dorpje op de Po-vlakte, ergens in Italië en het verhaal speelt zich af in de jaren ‘46-’50 van de vorige eeuw. In deze tijd speelde het communisme nog een rol en hoe kan het ook anders dan dat de burgemeester van het dorpje, Pepone, een communist was. Hij en Don Camillo zijn aartsrivalen in het dagelijks leven, maar diep in hun hart echte vrienden, die niet zonder elkaar kunnen. Samen zorgen de twee voor hilarische toestanden, terwijl ze elkaar telkens de loef af proberen te steken.
Toch hebben de films ook wel degelijk een serieuze en religieuze basis, afgeschilderd op een achtergrond van armoede en maatschappelijke problematiek op het na-oorlogse italiaanse platte land.
Ooit schreef ik er al eens een stukje over op een andere website en dan met name over de wijze waarop DC als pastoor communiceert met God. Direct en rechtstreeks, klagend over Pepone’s daden en telkens antwoordt er dan een diepe rustige stem, die voor de stem van God moet doorgaan en die wijst Camillo dan heel fijntjes op z’n eigen foutjes. De communicatie tussen God en DC is heel alledaags en gaat over de gewoonste dingetjes, maar heeft ondanks een vaak humoristische boventoon, toch ook een heel serieus karakter, met een duidelijke boodschap.
De films zijn absoluut uniek. Niet alleen vanwege de filmtechniek, maar vooral ook vanwege hun maatschappelijke karakter. Het zijn vijf films, die gemaakt zijn in de begin jaren ‘50 en ‘60.
In de jaren ‘70 hadden we hier in Nederland een tv-serie “Dagboek van een herdershond”. Dit verhaal speelde zich af in een limburgs dorpje. Kapelaan Erik Odekerker en een rijke hereboer, gespeeld door Ko van Dijk. In deze serie sprak kapelaan Odekerker op dezelfde wijze met God als Don Camillo 25 jaar daarvoor en terwijl half Nederland ernaar keek, klonken er erg negatieve geluiden over met name de wijze van communiceren met God. Dit vond men, zeker in die tijd, ronduit Godslasterlijk.(Dit ter illustratie, hoe men erover gedacht moet hebben 25 jaar daarvoor!!)

De boeken van Don Camillo zijn (nog steeds) te verkrijgen, hoewel de vraag ernaar zienderogen afneemt. Soms lijkt het, of Don Camillo langzaam maar zeker verdwijnt in de vergetelheid der geschiedenis.
Het zijn in totaal vijf boeken:
deel 1 Don Camillo en de kleine wereld ‘52
deel 2 De terugkeerkeer van Don Camillo ‘53
deel 3 Don Camillo en de edelachtbare Pepone ‘55
deel 4 Don Camillo op de barricade ‘61
deel 5 Don Camillo in Rusland ‘65
De jaartallen achter de titels staan voor het jaar dat de verfilming is uitgebracht.

Nou kan ik me voorstellen dat je je afvraagt waarom ik zo uitgebreid inga op mijn favoriete film, maar dat heeft een oorzaak.
Al zo’n kleine twee weken had ik in toenemende mate het gevoel, dat er iets met mijn geloof aan de hand was. Bijna, alsof het aan het afnemen was. Nou weet ik best dat dat niet het geval is, maar het gevoel was er wel. Ik deed de dingen, zoals ik dacht dat ze moesten. Ik sprak met God, ik las m’n bijbel, luisterde naar worship, schreef m’n stukjes, maar...er miste iets. Iets heel wezenlijks, waar ik niet echt de vinger op kon leggen. Ik probeerde het vast te houden, zonder te weten wat het nou eigenlijk was, dat ik vast wilde houden. Ik ging naar de Alpha, naar de kerk, naar de intro-avond van de gemeente, ik maakte nieuwe dingen mee waar ik erg enthousiast over was en ben, ontdekte allerlei nieuws dat heel lang weg was geweest en toch...door dit alles heen liep als een rode draad heel stilletjes het gevoel dat ik iets aan het verliezen was.

Vanmorgen werd ik op tijd wakker om naar de kerk te gaan, maar ik had geen zin. Ik zette de wekker uit, kroop terug in bed en viel weer in slaap. Om pas om 12:00 uur wakker te worden met een schuldgevoel en schaamte. Schaamte over m’n eigen slapheid. Was dit nou het resultaat van alles? Geen zin meer? Ik lees elke morgen een stukje uit de bijbel, maar nu had ik er geen zin in. Elke dag neem ik de tijd om als begin van de dag met God te praten en te lezen uit Zijn Woord, maar nu had ik geen zin. Ik bedacht me, dat dat de afgelopen week ook al zo was, maar ik zette me ertoe, meer vanuit een soort ‘plichtsgevoel’. Hierover nadenkend, kom ik tot de conclusie, dat het met m’n gebed al niet veel anders was. Ik dankte God, ik hield m’n voorbede voor anderen, ik vroeg om de gebruikelijke zaken voor mezelf, kortom: ik hield m’n gebed in de ‘juiste volgorde’, op het juiste tijdstip en vroeg om de ‘juiste dingen’. Maar er ontbrak iets en opeens weet ik wat het is...
Wat voelde alsof ik m’n geloof in de Here God aan het verliezen was, is in feite niets meer dan het afnemen van de eerste euforie! Die ‘juich en jubel-stemming’ is aan het verdwijnen!
Ergens in eind november zei m’n ouwe mentor en vriend Johan daar iets over. Hij maakte zich toen zorgen om wat er over zou blijven, als die eerste euforie zou wegvallen.
Misschien is dat een natuurlijk proces dat nodig is om te groeien, maar het voelt niet goed. Ik ben er zelfs een beetje verdrietig onder. Niet dramatisch, hoor, maar toch. Ik ontdek nu bij mezelf terwijl ik de afgelopen twee weken nu overdenk, dat ik de dingen steeds vaker doe uit ‘gewoonte’. En dat is het, wat niet goed voelt! De wijze, waarop ik de laatste tijd met God praat. Standaard en, vanuit een soort plichtsgevoel, in een vaste volgorde.
En daar komt de communicatie weer kijken. Dit stuk teruglezend, kijk ik weer naar de wijze waarop Don Camillo met God sprak. In z’n eigen woorden, zonder vaste volgorde en zó, zoals de dingen zich voordeden.

Goed! Die eerste euforie is dan misschien aan het verdwijnen en het zij zo. Maar dat zegt gelukkig niets over mijn geloof en terwijl ik aan het schrijven ben, voel ik het enthousiasme terugkomen. Het enthousiasme om te waken voor en te vechten tegen: gewoonte...

Geloven, lezen en bidden vanuit gewoonte betekent stilstand.
Het groeiproces van de relatie met de Here Jezus staat stil. Je wordt, zoals dat in de bijbel staat, lauw. Niet koud en niet warm, maar gewoon: lauw. En dat is een hele slechte situatie, waar in de bijbel ook geen goed woord over is geschreven.

Ik kreeg net een melding van een e-mailtje. Ik las het even en klikte het weg. Daarna kwam het volgende mailtje. Van Dagelijks Woord.nl. Ik had het gisteravond al gelezen maar nog niet opgeslagen. Daardoor kwam het nu wéér op het scherm. Lees en verbaas je met mij! Waar schrijf ik nou toch over...
(“Moge hij vanuit zijn rijke luister uw innerlijke wezen kracht en sterkte schenken door zijn Geest, zodat door uw geloof Christus kan gaan wonen in uw hart, en u geworteld en gegrondvest blijft in de liefde.” -- Efeziers 3:16-17)

In Gods onmetelijke Liefde,

Sebo

Geen opmerkingen:

Een reactie posten