.

.

.

.

maandag 24 augustus 2015

Dagboek deel 043 Een leuke kerkdienst met een mooi verhaal

Zondag, 20-01-2008

De opening van de dienst.
Een jongeman begint met enkele mededelingen en doet vervolgens iets raars:
hij zegt dat de kinderen naar voren mogen komen, als ze dat durven.
Meteen staat er een klein brutaaltje op en rent naar het podium, al snel gevolgd door een hele reeks andere kinderen. Een beetje onwenning nog, maar daar zitten ze dan. Op de rand van het podium.
De jongeman vraagt of ze ook een allerbeste vriendje of vriendinnetje hebben. Ik kan het niet goed zien, maar ik zie wel her en der kleine vingertjes uitgestoken in de lucht.
-”Zeg eens, Marianne, heb jij een allerbeste vriendinnetje?”
“Nee, maar wel een beste vriendje..”
- “Hoe heet hij?”
“Jasper..”
-”Ben je ook een beetje verliefd op hem?”
“NEEE!!  Hij is alleen maar mijn vriendje!.”
..gelach...
“En jij, Peter, heb jij een allerbeste vriendje?”
- Nee, nou niet meer..”
“Hoezo?”
- “Hij pest mij”
“En wat zeg je dan tegen hem?”
(heel zachtjes)‘..rotjong..”
De hele zaal moet erom lachen..
Afijn, dat gaat zo een poosje door en je raadt het al: de kloe is natuurlijk onze Vriend Jezus.
Erg leuk gedaan en heel spontaan.
Daarna werd er weer gezongen en vervolgens nam een gast-voorganger de boel over.
Romeinen 11, vanaf vers 33 wordt gelezen. Ik probeerde het even snel op te zoeken, maar dat lukte maar net. Hij vertelde vervolgens naar aanleiding van dat stuk een verhaal, vergezeld door enkele voorbeelden van in hout bewerkte trap-onderdelen uit eind 1800.
“Wie heeft er ook zo’n soort trap?”
(enkele uitgestoken handen)
“..Zeker een goedkoop huis, hè..?”
(de zaal lacht..)
En dan komt ie opeens aan het eind van z’n verhaal met een nieuw verhaal:
De koning en de drie prinsen.
Er was eens een koning, die oud was en wilde stoppen met koning zijn.
Hij riep z’n drie zonen bij zich en zei:
“Aan het einde van mijn rijk ligt een hele hoge berg. Ik geef jullie deze opdracht. Ik wil dat elk van jullie die berg beklimt en mij van haar top de langste tak meebrengt die hij vindt. Hij die de langste tak mee terugbrengt zal koning worden.”
De oudste zoon trok de volgende morgen z’n reiskleren aan ging als eerste op pad.
Na enige tijd riep de wachter vanuit de toren:
“Koning, uw zoon komt terug!”
De zoon ging naar de troonzaal en legde trots een hele lange tak voor de koning neer.
Daarna was de middelste zoon aan de beurt en hij ging vol goede moed op weg.
Na twee maanden kwam de prins terug en de wachter zag hem komen.
“Koning! Uw zoon komt terug!”
Ook hij ging naar de troonzaal en legde een hele lange tak voor z’n vader neer. Deze tak was zelfs iets langer dan die van de oudste zoon.
Toen was uiteindelijk de jongste zoon aan de beurt en ook hij ging vol goede moed op pad.
Na vier maanden zeiden de dienaren van de koning:
“Koning, u moet een zoektocht instellen! We moeten uw zoon gaan zoeken! Misschien is hem iets overkomen..”
De koning zei: “Niets van dat alles! Mijn zoon komt terug! let op mijn woorden!”
En inderdaad: Na zes maanden kwam de zoon terug en de wachter zag hem komen en riep:
“Koning! Koning! Uw zoon komt terug!”
Gewond, met gescheurde kleren en dodelijk vermoeid strompelde de zoon de troonzaal binnen en knielde voor z’n vaders voeten en zei:
“Vader, maanden heb ik rond gezworven op de top van de berg. Ik heb overal gezocht, maar er groeien geen bomen. Daarom heb ik U geen tak meegebracht.
De koning keek hem aan, hielp hem overeind en zei:
“Ik weet het, mijn zoon, en daarom zul jij koning worden...”
Ik kende het verhaal in iets andere vorm, maar omdat het me nog steeds aanspreekt, plaats ik het hier. Gewoon, omdat ik het een mooi verhaal vind.
Daarna werd er (uiteraard) weer gezongen en één van de Opwekkingsnummers, nummer 333, gaat over één van de vele namen van God: El Eloïme. Het klinkt arabisch, zoals vele namen uit die tijd. Na de dienstsluiting en de zegen over de gemeente werd er nog koffie gedronken. Tijdens deze gelegenheid heb ik nog gesproken met een oude kennis uit de tijd van de YFC-koffiebar, die daar blijkbaar al jaren komt, Frans Faaze. Een erg leuk gesprek, waar spontaan een jonge moeder zich inmengde, die uit Hengelo kwam.
Het was ook eigenlijk mijn bedoeling om even een gesprek aan te gaan met een bijbelstudie-leider, maar deze was zozeer in gesprek, dat ik dacht, ‘dat komt volgende week wel..’
Dus:
op naar volgende week, maar eerst de volgende les van de Alpha-cursus nog, komende dinsdag.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten