.

.

.

.

maandag 24 augustus 2015

Dagboek deel 057 Geloven als een kind..


dinsdag, 27-05-2008

Het is al laat.
Té laat eigenlijk... Of moet ik zeggen: vroeg..
Daar staat echter tegenover dat ik nu vakantie heb.
Geen vaste tijd meer om me aan te houden, geen verplichtingen meer. Ik kan doen en laten waar ik zin in heb, zonder me te hoeven storen aan de klok.

Ik keek zonet nog even naar de site en daar viel me opeens iets op.
In de linkerbalk zie je onder elkaar drie foto’s.
Een zwart/wit fotootje van mij als kind met een kar. Daaronder twee foto’s van resp. een groep kinderen en één van een biddende jongen van dichtbij. Tussen die laatste twee foto’s staat de tekst: “Aan wie gelooft als een kind, laat Hij de mooiste dingen zien.”
Natuurlijk heb ik er zèlf voor gekozen om de items zo te plaatsen, maar opeens heb ik er bepaalde gevoelens bij, die ik niet zo één-twee-drie verwoorden kan. Misschien komt dat nog terwijl ik schrijf.

Het fotootje van mij is genomen in de tweede helft van de 60er jaren. Een tijd, waarin ik zielsgelukkig was. Zij het met enkele uitzonderingen, maar dit terzijde.
Waar het mij nú om gaat, is de emotie die bij die tijd hoorde met betrekking tot mijn geloof.
Ik kan me (helaas) niet meer herinneren of het ging om een christelijk kindertehuis, maar ik weet nog wèl dat er bij elke maaltijd gebeden werd en ook ‘s avonds bij het naar bed gaan.
Bij de maaltijden vroeg de juf dan, wie het gebed wilde zeggen. Diverse vingertjes gingen dan in de lucht en het was een eer als ze jou aanwees.

Ik voelde me niet alleen veilig, nee..ik wíst me ook veilig. Een absolute en rotsvaste overtuiging, die je als kind kunt hebben. God was helemaal geen mysterie. Dat woord kende ik niet eens..
Nee, God was een realiteit, net zoals het naar school gaan was. De juf op de kleuterschool wás er. Ze sprak tegen mij en ik zag haar. Evenzo vanzelfsprekend was ook God. Natúúrlijk bestond God! Het kindje was toch óók geboren?? Nou dan! Dan bestaat God toch ook?!

Ja, het was allemaal zo vanzelfsprekend, dat ik er geen moment bij stilstond dat er mensen waren, die dat niet geloofden. Ik kon het me in die tijd ook simpelweg niet voorstellen, dat er mensen zouden zijn die niet met de Here Jezus praatten. Ik kan me herinneren, dat ik er geen moment aan twijfelde dat het kindje Jezus was geboren, speciaal voor mij. Als vriendje, als Boodschapper, die alles wat ik maar op m’n kleine hartje had, door vertelde aan die Ene, die hele Grote Vader, daar heel hoog in de hemel. Het kindje Jezus was mijn vriendje, aan wie ik alles vertellen kon. Ook wanneer een jongen uit de groep mij had pijn gedaan, of gepest. Of als ik straf had en me een beetje alleen voelde als ik in de hoek moest staan.
Altijd was daar het Kindje Jezus, mijn vriendje aan wie ik alles vertelde. Ja, het was zo vanzelfsprekend.. Vragen? Omtrent Zijn bestaan? Natúúrlijk niet! Dat kwam zelfs geen seconde in me op!!
En toen op, zekere dag, was het feest.. Buiten sneeuwde het.
Het Kindje Jezus was jarig! Op 25 december hadden we een verjaardagsfeest van het kindje Jezus. Elk jaar vierden we Zijn verjaardag en stiekem pikte ik dan een plakje kerstbrood met boter en verstopte het. Dat was voor mijn jarige vriendje.Ik vertelde Hem wie er allemaal waren en dat we een heel mooi toneelstukje hadden en dat ik daar ook in mee mocht doen. En dat ik hoopte dat Hij het mooi vond. Ik vertelde hem over dat ene ‘rotjoch’dat mij telkens pestte, maar dat Hij nou niets hoefde te doen, want vandaag was Hij jarig. Dan hoef je niets te doen.
Maar morgen...
Morgen moet Je mij wel helpen, hoor. Als hij me weer pest..
Ja..Jezus was helemaal niet bijzonder..
Hij was gewoon mijn Vriendje. En God? Bijzonder? Natuurlijk niet! God wás er gewoon. Net als juffrouw Marijke. Die zorgde ook altijd voor alles. Nou..dat deed God ook, maar dan anders. Daar was niets bijzonders aan.

-----

Nu, veertig jaar later, ziet de wereld er opeens heel anders uit.
Of toch niet..?
Ik had mijn Vriendje heel lang niet meer gezien, daarna heel kort wel (1982-85), om hem vervolgens in de steek te laten om allerlei stomme redenen. Maar toen ik Hem, na vijfentwintig jaar, weer tegenkwam, sloot Hij me weer net zo in Z’n armen als veertig jaar geleden.
Kijk..dát is nou echt een Vriend! Alles wat ik van hem ken, meen ik pas sinds kort te kennen.
Al mijn ervaringen van de laatste zes,zeven maanden zijn zo geweldig nieuw, dat ik er niet over uitgepraat raak. Nog steeds is alles zo intens en zo vers.
Maar eigenlijk wist ik alles al,

veertig jaar geleden..

Here jezus, U bent niet meer mijn vriendje, nee..nu bent U mijn Vriend!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten