.

.

.

.

dinsdag 25 augustus 2015

Dagboekdeel 063 Arbeidsperikelen 2


Gisteravond had ik weinig puf meer om nog iets te schrijven.
Ik was kwaad. Ziedend, witheet van woede.

Johan schreef in zijn log kort geleden een stukje over de inmiddels oud-werkgever van zijn vrouw Marijke. Met de regelmaat van de klok plaatst hij nog weer een link naar dat stukje, dat gaat over de ongelooflijke onrechtvaardigheid van die werkgever.
Nou komt onrechtvaardigheid overal voor en dus zijn we al gauw geneigd het ‘normaal’ te vinden. We staan er eigenlijk niet meer zo bij stil. Tot het onszelf treft...

In deel 62 beschreef ik een bepaalde uitzendkracht bij ons op de zaak.
Haar gedrag was zodanig, dat ze eigenlijk weggestuurd zou moeten worden. Ik was daar in deel 63 nog tamelijk meegaand in, met als gevolg dat mijn zus reageerde met woorden als: “je bent toch zeker sinterklaas niet..!!”
Afgelopen maandag kwam ik op mijn werk en vroeg aan een chef of hij nog met mijn chef gesproken had. Hij antwoordde dat hij op de hoogte was en zei dat het afgelopen zaterdag alweer voorgekomen was. Hetzelfde meisje met haar vriend werkten weer over en ze gedroeg zich op dezelfde wijze. De operator die dienst had was het zo beu, dat hij om 9:00 uur het duo naar huis heeft gestuurd. Resultaat: hernieuwd een bedroevend lage produktie op een dure zaterdag en een super-gefrustreerde operator.
Kijk...dan is ook bij mij alle meegaandheid wel verdwenen.
Die dame moet gewoon weggestuurd worden! Geen twijfel meer mogelijk!
Toen mijn eigen chef eenmaal aanwezig was en ik de gelegenheid had om hem aan te spreken, vroeg ik hem of hij al iets ondernomen had. Hij zei dat het inderdaad niet langer kon en dat ze op z’n minst maar naar een andere ploeg moest. Hij zou met haar gaan praten..

Daar heeft hij mee gewacht tot dinsdagavond!
Hij heeft haar “nog éénmaal ernstig toegesproken” en gezegd dat het ècht de laatste keer was.
Ach ja...een standje en “Foei! Niet meer doen, hoor!” En dat werkt...
Het wicht denkt, net als bij de vorige -laatste keren- : “Zo! Daar kom ik weer mooi mee weg!” En vervolgens loopt ze doodleuk verder, alsof ze de wereld in haar zak heeft. Een idee, waar ze duidelijk in bevestigd wordt, gezien het feit dat ze telkens opnieuw de dans ontspringt.

Kijk, daar wordt ik doldriest van! Dat is onrechtvaardigheid ten voeten uit!
Onrechtvaardig naar de operators toe, want die worden niet meer serieus genomen. Die willen toch echt niet meer overwerken, als ze met zo iemand moeten werken. Dan zeggen ze (terecht): “Zoek maar iemand anders..!”
Onrechtvaardig naar de 34 mensen die ontslagen zijn, omdat het slecht gaat. Mensen, die altijd goed hun werk deden en op wiens gedrag en werkhouding nooit iets aan te merken is geweest.
Onrechtvaardig naar alle andere uitzendkrachten toe, want elke andere uitzendkracht zou allang weggestuurd zijn met de mededeling, nooit meer terug te komen!
Als er om redenen van bezuiniging zoveel mogelijk uitzendkrachten worden afgebeld, mag zij altijd blijven. Een oudere uitzendkracht wordt gewoon afgebeld, omdat zij ook duurder is.
Maar is zij ook ècht duurder?
Het jonge ding kost € 20,=. Ze verdient voor ons € 15,=. Kosten: € 5,=
De oudere kost € 40,=. Ze verdient voor ons € 65,=. Winst: € 25,=....!
Zo zie ik de dingen, maar waarschijnlijk sta ik daarin alleen.

Er zijn in onze ploeg drie mensen, die dit meisje graag willen houden. Alle andere mensen uit mijn ploeg èn andere ploegen zien haar liever gisteren vertrekken dan morgen.
Het lijkt er dan ook op, dat mijn chef onder invloed staat van deze drie mensen, van wie één onze first-operator is. Dat is zijn directe assistent, zullen we maar zeggen. Ik zeg niet dat dat ook echt zo is, maar het lijkt er heel zeker wel op! Hoe kun je anders zo iemand gewoon laten lopen?
En wij? De operators en alle uitzendkrachten?
Wij hebben het nakijken. We moeten het met lede ogen aanzien en het maar gewoon accepteren zoals het is...

Ik heb er lang over nagedacht.
Als het wicht vanmiddag inderdaad nog rondloopt, vertel ik mijn chef dat ik een gesprek met de algemeen directeur wil hebben en die leg ik dit dan voor. Zeker het laatste jaar sta ik bepaald niet meer vooraan als het gaat om m’n mond open te doen, maar ergens is er toch een grens. Ik ben geen onruststoker, maar hier is in mijn ogen toch echt sprake van ongelooflijke onrechtvaardigheid. Natuurlijk onbedoeld, maar desondanks. Mijn chef zal het echt goed bedoelen, maar laten we eerlijk zijn:

De weg naar de hel is geplaveid met goede bedoelingen!

Zo! Dat lucht op...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten