.

.

.

.

maandag 24 augustus 2015

Dagboek deel 047 Dopen? Wat is dat..?

zondag, 10-02-2008

Al enige tijd worstel ik af en toe met een brandende vraag.
in 1982 ben ik gedoopt. Dat was een vrijwillige keuze, maar steeds vaker vraag ik mezelf af, of het ook wel een bewuste keuze was. Ik was jong, erg onzeker en beïnvloedbaar en was bovendien bepaald niet zonder persoonlijke problemen. Ik kan me mijn doop dan ook nog herinneren als iets dat ik onderging zonder duidelijke emoties, niet voor, niet tijdens en niet na de doop. ook voelde ik me totaal niet anders. Er was zelfs niet echt sprake van vreugde. Hooguit twijfel en onzekerheid. Ook in de dagen erna was er meer zoiets van: “...okee..nou ben ik dus gedoopt...En nu...?” Er was niets. Geen vreugde of blijdschap, geen ommekeer, eigenlijk niets. Het leventje, zoals ik dat toen leidde ging z’n normale vervelende gangetje, vol twijfel. Twijfel, aan m’n geloof, aan m’n medechristenen, aan me zelf. Er veranderde dan ook niets, behalve dan dat ik al na vrij korte tijd (drie jaar) de Heer de rug toekeerde om allerlei domme redenen.

Om, nu ik eenmaal bekeerd ben (met veel vreugde!!), een aantal antwoorden te vinden op mijn vraag omtrent de doop, heb ik besloten om maar eens het een en ander op te zoeken.
Dus vol goede moed met een enorme zweefduik het internet ingedoken...
Daar vond ik enkele zaken die mijn aandacht trokken:

Een stukje geschiedenis

Als Jezus zelf gedoopt wordt in Matteus 3:16 staat daar in het Grieks baptizo. Daarna staat er: '' Hij steeg op uit het water..'
In het Engels 'He went up from the water..'
of 'He rased up from the water'
Het Griekse woord hier is anabaino en dat betekent omhoog of 'er uit' komen. Je kunt pas omhoog komen uit het water als je eerst onder water bent gegaan.

Als Johannes zegt in Matteus 3:11 ‘Ik doop u wel met water tot bekering, maar die na mij komt...'
gebruikt de bijbel het Griekse woord baptizo! Hij dompelde ze dus onder.
Als Jezus in Matteus 28:19 zegt: 'gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des heiligen Geestes.' gebruikt Jezus hier heel duidelijk het woord baptizo. Het woord onderdompelen dus!
Er staat dus eigenlijk: gaat heen en dompel ze onder in de naam des Vaders......enz.

Begin 5e eeuw speelde de doctrine van de erfzonde een steeds belangrijker rol. Op 1 mei 418 na Chr. waren er 200 bisschoppen in Afrika bijeen in de basiliek van Faustus te Cartago. Op deze synode werd het gegeven erfzonden besproken en vastgelegd. Ook deze synode zou later een belangrijke basis zijn voor de instelling van de kinderdoop.

De RK-kerk besloot een kleine eeuw (ca. 420 n Chr.) na het 'formeel-maken' van de 'besprenkeling' in 418 (in plaats van dopen) om ook kinderen te gaan besprenkelen. Zo ontstond 'de kinderdoop'; een even onbijbels fenomeen als 'de besprenkeling'. Immers: een gedoopte behoort te weten wat hij/zij gelooft en baby's kunnen dat totaal niet en daarom is de 'baby-besprenkeling' in mijn ogen niet wat de bijbel, Gods Woord, heeft bedoeld.
Maar was voor veel bisschoppen de weg vrij om ook kinderen te dopen, omdat in de 6e eeuw n. Ch. de nadruk vooral kwam te liggen op het wegnemen van de erfzonden. In alle liturgieën staat dan nog steeds dat de dopeling antwoord moest geven op 'de doop vragen' daarom werd tegen het einde van de 6e eeuw het 'peetouderschap' ingevoerd. Het ging dan, eerst om één persoon van hetzelfde geslacht als de dopeling en later om een 'Peter' en een 'Meter' en nog een persoon van hetzelfde geslacht als dat van de dopeling. Deze laatste (van hetzelfde geslacht) was van korte duur. Uiteindelijk bleven alleen de twee doopouders over de 'peter' en 'meter'. Dit waren twee mensen die in plaats van de dopeling antwoord konden geven op 'de doopvragen'. Zo kon de pasgeboren baby getuigen van 'zijn geloof' en daarmee dus gedoopt worden.

In die tijd (laat 6e eeuw) was nog steeds de doopritus van Gelasianum in gebruik, deze liturgie gaf geen ruimte aan het dopen van pasgeboren kinderen, dus werd ook dat veranderd en ontstond de ritus/liturgie van 'de Ordo Romanus XI'

Wat de doop symboliseert - sterven en een nieuw leven beginnen
Romeinen 6:4 'Door de doop zijn we dus met hem gestorven en begraven. En zoals Christus uit de dood is opgewekt door de verheven macht van de Vader, zo gaan ook wij een nieuw leven leiden.'
1 Petrus 3:21 'Deze doop wast niet het vuil van het lichaam, maar is een verzoek aan God om een zuiver geweten. De doop redt u dankzij de opstanding van Christus'
De doop symboliseert dus, dat we ons oude, zondige leven afleggen/laten afsterven én dat we opstaan in Jezus met een nieuw en schoon leven. Met de bedoeling om ook een nieuw leven te gaan leiden met een zuiver geweten.

Wanneer laat je je dopen?

Als je weet wie God is, wie Jezus is en wie de Heilige Geest is en
Als je weet wat 'het evangelie' inhoudt
Als je dit alles niet alleen weet, maar ook gelooft.
Dus als je gelooft dat God, Jezus en de Heilige Geest bestaan én gelooft, dat het offer van Jezus ons vrijmaakt van zonde en dat we daardoor, door Jezus aan te nemen eeuwig leven kunnen krijgen [=het evangelie!].

Meteen na de doop: feest vaak met kadootjes!
Het is een groot feest, want ieder die gedoopt is, is een aanwinst voor Jezus, een gered persoon én...een nieuwe broer of zus in de grote familie in Jezus. En dus zijn er vaak bloemen, taart en kado's voor de gedoopten. Het is een echte feestdag. Maar na de doopdag...hoe ga je dan verder???

Na de doop...het leven van een Christen
Als opnieuw geboren Christen -door de bijbelse doop- loop je als het ware in de schoenen van Jezus Christus. In zijn naam ben je gedoopt, in Zijn Lichaam sta je op en Zijn uitgangspunten zijn jouw uitgangspunten. Maar welke uitgangspunten heeft Jezus nou eigenlijk ?
Tot wat moet dit nieuwe leven en streven gaan leiden ?
De bedoeling is dat ieder Christen verandert naar het beeld van God: Jezus. En om daar wat preciezer te zijn: we moeten persoonlijk 'vrucht dragen' en daarmee 'vrucht-zijn'.

Welke vruchten bedoeld worden ? Dat kan je lezen in o.a. Galaten 5:22-24 :
'Maar wat de Geest doet groeien en rijpen, is: liefde, vreugde en vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid en vertrouwen, zachtmoedigheid en zelfbeheersing. '
En om op die wijze vrucht te kunnen dragen, moeten we dus in denken en doen de 'zondige en eigenzinnige-ik afleggen'

En bij dit laatste, (na de doop) heb ik dus een probleem...
Ik ben weliswaar gedoopt, op 7 nov. 1982, maar: was het wel echt mijn eigen keuze?
Natuurlijk: ik wilde het zelf heel graag, maar voor mijn gevoel (nu) was ik er toen niet klaar voor. Ik beleed al het bovenstaande wel, maar niet uit volle overtuiging. Ik wilde geloven, dat ik vrij zou zijn van alle zonden, maar geloofde het niet echt. Mijn overgave aan de Heer was niet volledig en totaal. Zoals ik al zei: er was teveel twijfel, er veranderde niets. Alleen in negatieve zin, met als gevolg dat ik m’n geloof in de Heer verloor.
Inplaats van te groeien en die vrucht van de Geest te ontwikkelen, gebeurde bij mij juist het tegenovergestelde:
(Galaten 5:19-21) 'Het is duidelijk wat allemaal uit ons zelfzuchtig ik voortkomt: ontucht, zedeloosheid en losbandigheid, afgoderij en magie, haatgevoelens, ruzie, afgunst, uitbarstingen van woede, eigenbelang, geschillen, partijzucht, jaloezie, drinkgelagen, zwelgpartijen en meer van dergelijke dingen. Evenals vroeger waarschuw ik u ook nu: wie dergelijke dingen doen, krijgen geen deel aan het koninkrijk van God.'

En daarom vraag ik me dus nu steeds vaker af:
Was mijn doop wel echt? En zo niet:
Kan en mág ik het dan overdoen? Heeft dat zin?
Wat zegt de bijbel hierover? (ik kan niets vinden...)

Al het bovenstaande heeft niet echt geleid tot een antwoord, hooguit tot nog meer vragen.
Maar wie weet: als God het wil, vind ik m’n antwoorden wel...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten