.

.

.

.

vrijdag 21 augustus 2015

Dagboek deel 006 De flat

Woensdag, 24-10-2007

Nostalgie...

Veertien jaren achtereen...
nummer 118.
Op de tiende verdieping van een flat...
Veertien jaren, waarin heel veel gebeurd is.
Vooral met mijzelf. In maatschappelijke zin, maar veel meer nog in emotionele zin.
In die veertien jaar kwam ik zonder werk te zitten. In de W.A.O. , daarna W.W. en vervolgens bijstand. Solliciteren deed ik allang niet meer, want dat had toch geen zin. Ik stond bij tientallen uitzendbureau's ingeschreven. Waar ik maar een slaapplaats had, stond ik ook ingeschreven bij meerdere bureautjes. Bij m'n zus in Veenhuizen, m'n zus in Alkmaar, een kennis in Amsterdam, in Enschede zelf, enz. enz. En vanuit Enschede belde ik ze allemaal minimaal éénmaal per week op. Telefoonnota: ongeveer fl. 250,00 per twee maanden, zonder enig resultaat.
Met een torenhoge schuld en maar fl. 200,00 om van te leven...
Maar ik heb me daar geen moment verveeld. Integendeel! Terwijl ik de hele dag voor mezelf had, kwam ik eindelijk tot rust. Wat me allemaal overkomen was, wat ik allemaal beleefd had, hoe ik me daarbij voelde, ik schreef het allemaal op. Een goeie maat van me, Erik Cramer, noemde me wel eens gekscherend "Sebo met het typemachientje". Een grijs/groene typemachine van het merk "Erica", die m'n oudste zus Tineke op school gebruikt had tijdens haar opleiding op de detailhandelschool. Het ding maakte nogal kabaal en op een gegeven ogenblik kwam m'n maat aanzetten met een heuse computer!! "Wauw!! Kan ik daar ook op schrijven?"
* Ja, sebo, daar kun je ook op schrijven*
"En hoe moet ik dat dan op papier krijgen?"
* Ook aan gedacht...dit apparaat hier heet een printer..*
Een "9-naalds matrix"- printer, waar een soort lint in moest.
Blijer had ie me niet kunnen maken...
Ik zat de hele dag te schrijven, gebruik makend van een txt-verwerkings programmaatje, dat luisterde naar de naam "Tasword". Nou moet je weten, dat die xt-computer geen harde schijf had. Ik moest hem opstarten met een ouwe slappe floppy van 360 Kb en de geschreven bestanden kon ik dan opslaan op een diskette van 720 Kb.
In een tijdsbestek van ongeveer twee jaar heb ik ontelbare linten verslonden, stapels diskettes gekocht en pakkenvol printpapier verbruikt.
Uiteindelijk was het zover, het eerste deel van m'n dagboek was af!
Hmm...leuk, al die losse velletjes....
Hup! Daar kwam Erik weer aan! ik had hem geholpen met schilderen en de tuin doen en daarom kreeg ik van hem mijn dagboek. In de auto, naar de eerste de beste drukkerij. -zo wil ik het hebben-die kleur kaft-die kleur letters op het kaft-dat formaat-enz.-enz.
Drie weken later had ik apetrots mijn eerste deel in m'n handen...
Het gevoel dat ik had bij het voelen van dat boek, een echt boek, door mij geschreven; dat gevoel hoef ik niet onder woorden proberen te brengen, want dat lukt me toch niet.
Ik kan me nog herinneren dat ik 's avonds, toen Erik weg was, uren lang met dat boek in m'n handen heb gezeten. Nu eens liet ik het om en om door m'n handen glijden, dan weer eens sloeg ik het weer open, ik streek met m'n vingers over de met goudopdruk ingelegde letters. Ja, ik was trots. Apetrots. En opgelucht, opgelucht, dat ik alles had kunnen opschrijven. Want geloof mij beste lezer, schrijven lucht op, maar is ook tegelijkertijd ook bijzonder belastend: alles wat ik opschrijf herbeleef ik. terwijl ik schrijf voel ik weer de emoties, de spanning, het verdriet...maar ook de leuke dingen beleef ik opnieuw!
Zo ook nu.
Terwijl ik in eerste instantie een heel andere kant op wilde, zie ik al schrijvend toch weer beelden voor me uit een lang vervlogen tijd. Een tijd, waarin ook een heleboel leuke en soms zelfs ronduit hilarische dingen gebeurden. Zo kwam het voor dat we met enkele mensen bij mij thuis lekker aan de borrel zaten en aangeschoten probeerden om met een luchtbuks elkaars borrelglaasje uit de handen te schieten. Of we zaten tijdens de zomeravonden op het balkon, alwaar we even drie kilo kippevleugels verorberden in een griezelig korte tijd. Weer een andere keer namen we elk een tas bierblikjes mee en gingen erop uit. Ergens, in the middel of nowhere, streken we dan neer in een weiland ofzo, alwaar we dan lekker dom voor ons uitkletsend, rokend en bierdrinkend de tijd een beetje aan het vermoorden waren. Als dan, na een lange tijd, het vele bier op was en de lege blikjes in deze of gene ouwe afgerakkerde fietstas waren beland en we weer terug moesten fietsen, merkten we toch best wel vaak, dat we een behoorlijk takke-end van huis waren. Wel beste lezer, ik geef het je te doen: met een flink stuk in de kraag en liters bier in je benen dat hele eind weer terugfietsen. Welke idioot was er uberhaubt op het idee gekomen om zover weg te fietsen....*&^%$#@!!
Nee, we hadden geen cent te makken, mijn maten en ik, maar we waren wèl mooi bijna elke dag aangeschoten wild. We hadden, als uitkeringstrekkers, nauwelijks genoeg te eten maar een rokertje en een borreltje en een biertje...dat hadden we altijd wel!
Ja, het was een mooie tijd. Een goeie tijd.....

Geen opmerkingen:

Een reactie posten