.

.

.

.

vrijdag 21 augustus 2015

Dagboek deel 001 Af en toe...


Donderdag, 18-10-2007

Vanmorgen hoorde ik een knal. Verrekte kut-woonwagenvolk met hun kut vuurwerk! Wat een lol! Maar niet voor mij.

Nee...sinds die ene dag heeft vuurwerk een vreemd effect op mij. Een beetje vergelijkbaar met het effect van een pistoolschot op een hardloper: lopen zo hard je lopen kan!
De dertiende mei is een schitterende, warme dag. Niemand staat stil bij het ongeluksgetal. Miljoenen nederlanders zitten op hun vrije zaterdag lekker in de tuin te barbeque-en.
Dan komt er om drie uur 's middags een melding over een brandje aan de Tollenstraat in Enschede.
...
Het blijkt veel erger. Heel veel erger! De vuurwerkopslag van het bedrijf S.E. Fireworks explodeert. De zee van vuur, rondvliegend puin en ongelooflijk veel glas verwoest ruim 600 huizen in de wijken Mekkelholt en Roombeek. De opslagloodsen met explosieven liggen middenin deze laatste volksbuurt. Er zijn honderden vermisten en meer dan 500 gewonden. De nietsverhullende televisiebeelden van bewoners op de vlucht gaan de hele wereld over.
Dagen later blijkt dat, als door een wonder, het geregistreerde dodental beperkt blijft tot 21. Wel wordt gevreest dat er ook nog een aantal "illegale asielzoekers" moet zijn, die onderdak hadden bij familie of vrienden in de Tollenstraat. Het straatje stond hier ook wel om bekend in de buurt. Vanwege het mooie weer zijn tal van gezinnen een dagje uit. Kinderen zijn massaal naar het zwembad, het Hulsbeek, of het Rutbeek. Veel thuisgebleven mensen kunnen net op tijd ontsnappen aan een kettingreactie van explosies die als een enorme bomaanslag een gebied van meer dan 15 hectare met de grond gelijk maken.
Ook de brouwerij van Grolsch, waar ik vlakbij woonde en die middenin de wijk Roombeek stond, werd voor het grootste deel verwoest.
Hoewel de hulp snel op gang komt, zijn de verwarring, paniek en ontreddering van ons, de bewoners nauwelijks onder woorden te brengen.
Nog steeds zie ik af en toe de beelden voor me van wegrennende mensen, soms met spullen, soms met kinderen op de arm; nu eens bebloed, dan weer eens met brandwonden. Een bejaarde vrouw, vlakbij mijn flat, die op pantoffels loopt en met haar verschroeide handen een vogelkooitje omarmt, hoorde ik verward roepen: "We moeten vluchten! De Duitsers komen eraan!" Ze was totaal in de war, maar toch zijn die paar woordjes me altijd bijgebleven...
Zowel de Nederlandse als de Duitse brandweer vangen uiterst professioneel zoveel mogelijk mensen op. De Nederlandse en Duitse M.E. stellen een avondklok in en patroulleren door de straten. Niemand, die nog thuis is, mag de deur uit. De mensen, die buiten de 1e en 2e ring zijn, mogen niet naar binnen en zij die zich er binnen bevinden, mogen er niet meer uit. Zo ook ikzelf. Als het donker is, sta ik in de opening van de voordeur te praten met een Duitse M.E.-er, die me er op wijst dat dit voor m'n eigen veiligheid is. Ik heb er wel begrip voor, maar ik ben ook bang. (Stel dat de opslagtanks van de Grolsch ontploffen)"Nee, we worden elk half uur geinformeerd via megafoons..."
Uiteindelijk blijkt de totale materiële schade in de miljarden te lopen. Na de watersnoodramp in 1953 is Het Inferno van Enschede de grootste naoorlogse verwoesting op Nederlandse bodem. Iedereen vraagt zich af hoe dit in het veilige Nederland kon gebeuren. Enkele weken lang is Enschede wereldnieuws. Achter de inmiddels opgetrokken schotten, die het hele gebied aan het oog onttrekken, wordt door een speciaal recherche en identificatie-team in witte pakken nog lang gezocht naar menselijke resten.
Al heel snel wordt duidelijk dat de gemeente uiterst onzorgvuldig met de vergunningen is omgesprongen...

...en daar tot op de dag van vandaag hardnekkig in blijft volharden...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten